Verwijder het gasklephuis van de motor. Verwijder de afdekplaat door met een kleine schroevendraaier op de randen te wrikken. Het is verlijmd met siliconen. Onder de afdekplaat ziet u een computermodule die ook op zijn plaats is gesiliconeerd.
Graaf de siliconensealer aan de rechterkant uit om de terminals van de positiesensorkabel zichtbaar te maken. De klemmen zijn gepuntlast (ja, gelast) aan de draden van de computermodule. Gebruik kleine scherpe diagonale snijders om de aansluitingsdraden te scheiden.
De binnenkant van de behuizing en de positiesensor hebben beide een vette puinhoop. Reinig ze door te spuiten met carb-spray of contactreiniger.
Wrik voorzichtig de metalen ring uit die de schuivende contacten beschermt. Je kunt ze schoonmaken met een beetje sprayreiniger.
Hermonteer de metalen ring. Breng siliconenkleefstof aan rond de buitenrand en plaats de sensor vervolgens opnieuw in het gasklephuis.
Wikkel enkele draadstrengen rond de uiteinden om ze stevig tegen elkaar te houden. Soldeer de terminals samen (maar NIET aan elkaar!).
Gebruik siliconen om de afdekplaat weer vast te maken en de toegangsopening aan de zijkant af te dichten. Laat de siliconen oprichten voordat u het gasklephuis opnieuw in de motor plaatst.